Fundering op staal
In tegenstelling tot wat men zou verwachten, heeft een fundering op staal niets met het materiaal staal te maken. Men bedoelt hiermee dat men fundeert op de vaste grond. Het gaat om funderingen die zich op geringe diepte onder het grondoppervlak bevinden. Meestal bouwt men dragende muren en wanden bovenop een gemetselde, verbrede voet of een speciale betonplaat. Zowel de voet als de plaat verdelen de druk en het gewicht van het huis, die door de muren worden gedragen, over een groter stuk ondergrond. Dit bevordert de stabiliteit van het hele bouwwerk.
Men maakt een onderscheid tussen strook- en sleuffundering enerzijds, en funderingsplaten anderzijds.
Kenmerken
Funderingen op staal wordt ook wel ondiepe funderingen genoemd. Bij het gieten of leggen ervan zal men in principe nooit dieper graven dan twee meter. In bepaalde gevallen zal men de ondergrond beperkt uitgraven en opnieuw aanvullen met zand. Met een trilplaat stampt men dan de grond aan om op die manier een bodem te krijgen met voldoende draagkracht.
Voor de aanleg van funderingen op staal is een draagkrachtige ondergrond nodig. Om het draagvermogen van een bodem te onderzoeken zal men rekening houden met twee criteria.
- Het evenwichtsdraagvermogen – draagkracht
Dit is de maximale last die de fundering zal kunnen dragen, vooraleer de stabiliteit, de functie en het uitzicht van de constructie te erg aangetast zullen worden. - Vormveranderingsdraagvermogen – zettingen
Dit is de mate waarin de grond zal veranderen en zich zal zetten wanneer de druk van de last er komt op te wegen. Men houdt daarmee niet enkel rekening met het gewicht van de last zelf maar ook met eventuele bewegingen die ze zal maken.
De voet van de fundering moet steeds breder zijn dan die van de structuren die ze moet dragen.
Doordat er geen echte ingrijpende graafwerken moeten gebeuren, zal de fundering op staal ook de minst kostelijke optie zijn.