Riolering
Je afvoerbuizen of riolering kan je ofwel zelf plaatsen ofwel laten plaatsen door een aannemer. Waar je keuze ook op valt, een scheiding van afval- en regenwater is verplicht volgens de Vlaamse milieuwetgeving. Zo moet het regenwater rechtstreeks naar een regenwaterput lopen of via infiltratie naar de ondergrond worden geleid. Dit is niet het geval bij afvalwater, wat je in de openbare riolering loost. Op sommige plaatsen is het hiervoor het gebruik van een septische put verplicht. Ga zeker na bij je gemeente of dit voor jou het geval is.
Als je zelf je riolering gaat aanleggen, zijn er enkele zaken waarmee je rekening moet houden. De diameter van de afvalwaterleiding moet minimaal 125 mm zijn. Bij grotere gebouwen kan de diameter tot 200 mm zijn. Hou daarnaast rekening met een helling van ca. 1 centimeter per meter. Baseer je hiervoor op het aansluitpeil met de straatriolering (je kan deze opvragen bij je gemeente of rioolbeheerder). Voor de afvoer van regenwater gelden andere voorwaarden. Zo kan je al werken met een diameter van minimum 90 mm. Hier gelden ook geen minimum hellingen waarmee je rekening dient te houden maar er wordt gestreefd naar 0,5 tot 1 cm per meter.
Rioolaansluiting
De rioolaansluiting omvat zowel de afvoerbuizen op openbaar domein als de eventuele toezichtputten die zich op openbaar of privédomein bevinden. Je zal deze aansluiting moeten laten uitvoeren door de beheerder van het rioleringsstelsel. Zorg ervoor dat je deze zeker 6 tot 8 weken voor de aanvang van je (ver)bouwwerken aanvraagt.
Je privéwaterafvoer moet je trouwens verplicht laten keuren. Enkel op die manier zal je voldoen aan de Europese kwaliteitsnormen. Het komt er eigenlijk op neer dat men nagaat of je privéwaterafvoer wel helemaal gescheiden is van je regenwaterafvoer.