Ik bouw
Voorbereidende werken

Ontbossen

Bouwgronden die begroeid zijn met bomen en struiken, moeten vrijgemaakt worden vooraleer men effectief met bouwen kan beginnen. De achtergebleven begroeiing wordt dan verwijderd en fijngehakt. In Vlaanderen geldt er echter een verbod om percelen te ontbossen met als doel te bouwen. Hierop gelden wel uitzonderingen in geval van woningbouw. Mits compensatie kan men bovendien wel een vergunning tot ontbossing verlenen. We vertellen je graag hoe je moet te werk gaan.

begroeiing

Begroeiing verwijderen

Wanneer je een bouwgrond koopt, wil dit niet automatisch zeggen dat je er direct op kan beginnen bouwen en dat er geen andere factoren aanwezig zijn die het bouwen zullen bemoeilijken. Vaak zal het perceel begroeid zijn met bomen, struiken, onkruid en andere voor jou overbodige begroeiing.

Om bomen te verwijderen kan je best beroep doen op een vakman om schade bij het kappen te vermijden en de vaak moeilijk te verwijderen stronken uit te graven. Voor het overige werk kan je zelf de handen ook uit de mouwen steken, afhankelijk van de hoeveelheid beplanting en de oppervlakte van het perceel. Achteraf kan de grond eventueel nog geploegd en genivelleerd worden.

Het hout dat afkomstig is van de bomen kan je zelf gebruiken, verdelen of verkopen. Het gerooide groen kan je verhakselen en gebruiken op de composthoop of in een groencontainer wegvoeren. Er zijn tal van opties waarmee je creatief te werk kan gaan met de verwijderde flora.

Vergunning tot ontbossen

Als je bij het bouwklaar maken van je bouwgrond op een bepaald moment moet overgaan tot ontbossen, moet je rekening houden met de wettelijke bepalingen daaromtrent. In Vlaanderen is ontbossing namelijk verboden. Daaronder verstaat men iedere handeling waardoor een bos geheel of gedeeltelijk verdwijnt en aan de grond een andere bestemming wordt gegeven.

Wil je toch ontbossen, dan zal je een omgevingsvergunning tot ontbossing moeten aanvragen. Die zal je samen met je bouwaanvraag moeten indienen en is bovendien gekoppeld aan een boscompensatieplicht. Die plicht houdt in dat iedere houder van een omgevingsvergunning tot ontbossing die pas kan verkrijgen wanneer hij een voorstel indient waarbij hij belooft de gekapte bomen te zullen vervangen op een andere locatie. Het moet gaan om de aanplanting van een minstens even groot bos.

Ook kan hij een financiële compensatie betalen aan het Bossencompensatiefonds die ertoe dient nieuwe bomen aan te planten. Wat die compensatie is hangt af van de ecologische waarde van het bos en wordt beperkt tot ontbossingen van minder dan 3 ha.

De compensatieplicht geldt niet voor gronden die na 1990 spontaan bebost zijn en jonger zijn dan 22 jaar. De plicht geldt ook niet voor de eerste 5 ha op een kavel die  bestemd is voor woongebied en kleiner is dan 12 ha. Bovendien moet het gaan om je eerste woning. Die uitzondering geldt dan ook eenmalig. Bij verkavelingen ligtde verplichting bij de verkavelaar.