Rookmelders
Rookmelders zijn een must als onderdeel van ieder huis. Zowat de helft van alle woningbranden zijn het gevolg van kleine, smeulende vuurtjes. Het zijn dan niet de vlammen die slachtoffers maken, maar de giftige rook die erdoor vrijkomt. Rookmelders zorgen ervoor dat die rook wordt gedetecteerd voor het te laat is om de brand te bestrijden of jezelf in veiligheid te brengen. Bovendien zijn rookmelders vanaf 2020 verplicht in iedere woning in Vlaanderen.
Werking
Zoals de naam waarschijnlijk doet vermoeden nemen rookmelders rook waar, maar dan ook enkel rook. Door optische metingen registreert ze of hoeveel rookdeeltjes er aanwezig zijn in de omgevingslucht. Vanaf er een bepaalde bovengrens wordt overschreden, slaat ze alarm. Een optische rookmelder is momenteel de regel, dus wees zeker dat je deze aanschaft. Ook een kwaliteitslabel is aan te raden en vaak ook verplicht. Voor rookmelders zijn dit het CE-label en het Europese EN14604-certificaat.
Onderhoud
Je doet er goed aan om op regelmatige basis je brandmelders te testen. Kies daarom voor een rookmelder die voorzien is van een testknop. In de meeste gevallen is dit een basisfunctie. Bovendien kan het zeker geen kwaad om te kiezen voor een rookmelder die voorzien is van een batterij met een erg lange levensduur. Zorg tenslotte ook steeds dat je melder stofvrij is. Een regelmatig onderhoud is geen grote moeite en kan je desastreuze gevolgen besparen.
Plaatsing
Om te kunnen spreken van een minimale beveiliging plaats je minstens 1 rookmelder op elke verdieping van je woning. Betere beveiliging is natuurlijk steeds aangewezen.
De meest aangewezen locaties om rookmelders te plaatsen zijn vluchtwegen zoals de hal, maar ook de slaapkamer en woonkamer zijn natuurlijk goede plaatsen. Voor keukens, badkamers en garages gebruikt men dan weer best hittemelders aangezien daar vaak andere dampen voor valse alarmen kunnen zorgen.
Brandweer- en preventieorganisaties zijn tot een aantal richtlijnen gekomen om je te helpen bij de correcte plaatsing van je melders.
- Plaats steeds rookmelders tussen een slaapkamer en mogelijke brandhaarden zoals de keuken. Om zeker te zijn dat je het geluid van het alarm hoort, plaats je het op maximum drie meter van je slaapkamerdeur. Bij langere afstanden zijn meerdere rookmelders dus aangewezen. Ook in elke trappenhal en bij het begin van elk verdiep is een melder aangewezen.
- Melders plaatsen in de slaapkamers zelf kunnen nuttig zijn om brand door onder andere kortsluiting tijdig te detecteren. Ook in elke andere kamer kan dit, uitgezonderd plaatsen waar een gasmelder of hittemelder voorzien is.
- Behoudt steeds een maximale afstand van 7,5 meter tussen een rookmelder en de verst verwijderde muur, een deur naar een mogelijke brandhaard of een volgende rookmelder.
- In ieder geval is de beste plaats voor een rookmelder het midden van de kamer.
- Aangezien rook stijgt, moet je rookmelders zo hoog mogelijk plaatsen en dus is het plafond de logische optie. In puntdaken plaats je die best wel zo’n halve meter lager dan de nok, omdat daar vaak al andere lucht verzameld zit.
Regelgeving
Omtrent brandveiligheid duikt er steeds meer regelgeving op ter bescherming van de burgers. Die regelgeving handelt over de verplichte plaatsing van melders, maar ook de manier waarop ze worden geplaatst, aan welke vereisten ze moeten voldoen en om welke soort melders het moet gaan.
Vlaanderen
In Vlaanderen moet elke nieuwbouwproject en elk renovatieproject dat een omgevingsvergunning vereist rookmelders voorzien. Die rookmelders moeten duidelijk op de plannen staan aangegeven. Diezelfde regeling geldt voor woningen waarvoor een sociale lening is toegekend na 31 december 2012. Vanaf 1 januari 2020 moet eender welke woning in Vlaanderen voorzien zijn van rookmelders.
Voor huurwoningen waarvoor een nieuw huurcontract is afgesloten na 31 december 2012 geldt de plicht dat ze zijn uitgerust met voldoende rookmelders. Deze voorwaarde komt overeen met minstens 1 rookmelder per verdieping, een absoluut minimum.
In ieder geval moet het bovendien gaan over een optische rookmelder.
Beantwoordt men niet aan de regelgeving dan wordt de woning niet-conform verklaard. In dat geval zal men niet kunnen verhuren. Een controleur zal dit als opmerking kunnen toevoegen in een verslag rond de woningkwaliteit maar het loutere ontbreken van rookmelders kan niet leiden tot een onbewoonbaarheidsbesluit.
Andere regels
Er zijn nog een aantal andere richtlijn en regels waarmee (deels) rekening kan of moet worden gehouden.
- Rookmelders moeten voldoen aan de algemene constructienorm (kwaliteitslabel CE).
- Europese Norm 14604: alle autonome rookmelders in Europa dienen aan de norm EN14604 te voldoen. De norm bepaalt onder andere de toegestane types en minimale technische vereisten.
- BOSEC: een niet-verplichte extra kwaliteitsnorm die je op sommige rookmelders kan terugvinden.
- Voor melders in privéwoningen (op batterijen) bestaan er geen onderhoudsnormen. De eindgebruiker is verantwoordelijk voor een regelmatige controle via de testknop. Die is er wel wanneer je werkt met brandcentrales (NBN S21-100-2: Belgische onderhoudsnorm voor brandcentrales).
- Logiesdecreet: specifieke wetgeving voor toeristische logies in Vlaanderen.
- Doorgaans bevat de gemeentelijke politiecodex specifieke bepalingen voor huisvesting, evenementen, etc.
- Het kan in uitzonderlijke (gevaarlijke) situaties zijn dat de brandweer je specifieke vereisten oplegt. Je kan je lokale brandweerzone contacteren voor een vrijwillige audit.
- Ook je brandverzekeraar kan je specifieke eisen opleggen om dekking te garanderen.
Juridisch
De volledige wettekst over rookmelders vind je hieronder.
1 juni 2012 – Decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
Artikel 1. (01/01/2013- 31/12/2019)
Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.
Artikel 2. (01/01/2013- 31/12/2019)
In dit decreet wordt verstaan onder :
1° NBN EN 14604 : Belgische norm inzake rookmelders, waarvan de registratie door het Belgisch Instituut voor Normalisatie werd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 22 februari 2006, en de later bekendgemaakte wijzigingen ervan. Het is de omzetting van de Europese geharmoniseerde norm CE EN 14604;
2° rookmelder : een apparaat conform NBN EN 14604 dat reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en dat niet van het ionische type is;
3° woning : elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of een alleenstaande.
Artikel 3. (23/02/2017- 31/12/2019)
Alle nieuw te bouwen woningen en alle woningen waaraan renovatiewerken worden uitgevoerd waarvoor een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen vereist is en waarvoor de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen wordt aangevraagd na de inwerkingtreding van dit decreet, moeten met rookmelders geplaatst op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering zijn uitgerust.
Bij de aanvraag van de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar de rookmelders geplaatst worden.
Artikel 4. (28/06/2014- 31/12/2019)
Alle huurwoningen waarvoor een nieuw huurcontract wordt afgesloten na de inwerkingtreding van dit decreet moeten uitgerust zijn met rookmelders geplaatst op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering op het ogenblik dat het contract wordt afgesloten. Het bewijs moet aan het huurcontract gehecht worden en kan met alle middelen aangetoond worden.
De sociale huurwoningen moeten met een rookmelder geplaatst op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering zijn uitgerust :
– indien gebouwd voor 1950 uiterlijk binnen een jaar na de inwerkingtreding van dit decreet;
– indien gebouwd vanaf 1950 en voor 1970 uiterlijk binnen twee jaar na de inwerkingtreding van dit decreet;
– indien gebouwd vanaf 1970 en voor 1980 uiterlijk binnen drie jaar na de inwerkingtreding van dit decreet;
– indien gebouwd vanaf 1980 uiterlijk binnen vier jaar na de inwerkingtreding van dit decreet.
Alle andere woningen die als hoofdverblijfplaats worden verhuurd, moeten met rookmelders geplaatst op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering zijn uitgerust :
– indien gebouwd voor 1945 uiterlijk binnen drie jaar na de inwerkingtreding van dit decreet;
– indien gebouwd vanaf 1945 uiterlijk binnen zes jaar na de inwerkingtreding van dit decreet.
Onverminderd de bepalingen van het eerste en het derde lid moeten woningen en kamers, bestemd voor het huisvesten van studenten zoals gedefinieerd in artikel 1, 18°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen, ten laatste op 1 oktober 2014 uitgerust zijn met een rookmelder.
De verhuurder is verantwoordelijk voor de plaatsing van de rookmelders. Als de rookmelder uitgerust is met een vervangbare batterij is de huurder verantwoordelijk voor de vervanging ervan na afloop van de levensduur, vermeld door de fabrikant.
Artikel 5. (01/01/2013- 31/12/2019)
Alle woningen waarvoor een bijzondere sociale lening, krachtens artikel 79 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wordt toegekend en waarvoor de kredietakte na de datum van inwerkingtreding van dit decreet wordt verleden, moeten zijn uitgerust met rookmelders geplaatst op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering.
Artikel 5/1. (11/08/2013- 31/12/2019)
De verplichting tot het plaatsen van rookmelders, vermeld in artikel 3, 4 en 5 geldt niet als de woning beschikt over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.
Artikel 6. (01/01/2013- 31/12/2019)
De Vlaamse Regering bepaalt op welke wijze de rookmelders moeten worden geplaatst. Zij bepaalt het aantal rookmelders en de locaties waar ze moeten worden geplaatst.
Artikel 7. (01/01/2013- 31/12/2019)
Het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders wordt opgeheven.
Artikel 8. (01/01/2013- 31/12/2019)
Dit decreet treedt in werking op een door de Vlaamse Regering vast te stellen datum en uiterlijk op 1 januari 2013.
10 MAART 2017. – Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wat het verbeteren van de brandveiligheid door het algemeen invoeren van optische rookmelders voor woningen betreft
Artikel 1. Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.
Art. 2. Aan artikel 2, § 1, eerste lid, van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, vervangen bij het decreet van 29 april 2011 en gewijzigd bij de decreten van 23 december 2011, 9 maart 2012, 23 maart 2012, 29 maart 2013, 31 mei 2013, 31 januari 2014, 4 april 2014 en 14 oktober 2016, worden een punt 41° en een punt 42° toegevoegd, die luiden als volgt:
“41° NBN EN 14604: Belgische norm inzake rookmelders, waarvan de registratie door het Belgisch Instituut voor Normalisatie werd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 22 februari 2006, en de later bekendgemaakte wijzigingen ervan. Het is de omzetting van de Europese geharmoniseerde norm CE EN 14604;
42° rookmelder: een apparaat conform NBN EN 14604 dat reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en dat niet van het ionische type is.”.
Art. 3. Aan artikel 5, § 1, tweede lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 29 maart 2013, wordt de volgende zin toegevoegd:
“Een woning moet uitgerust zijn met één of meer rookmelders geplaatst op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering of moet beschikken over een brand|Updetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.”.
Art. 4. Het decreet van 1 juni 2012 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders wordt opgeheven.
Art. 5. Dit decreet treedt in werking op een door de Vlaamse Regering vast te stellen datum en uiterlijk op 1 januari 2020.