Hoe werkt een warmtepomp?
Een warmtepomp haalt zijn warmte uit de buitenlucht, aarde of zelf uit het grondwater. Deze warmte wordt gebruikt om je huis te verwarmen.
Een warmtepomp bestaat uit een aantal onderdelen:
- Twee warmtewisselaars
- Elektrische pomp
- Compressor
- Leidingssysteem gevuld met een speciale vloeistof
Een verdamper (1 van de 2 warmtewisselaars) staat in contact met een van de natuurlijke warmtebronnen die we hierboven vermeldden. Een vloeibaar koelmiddel wordt via het leidingssysteem naar de verdamper geleid en neemt de warmte vanuit de lucht, aarde of grond op. De vloeistof bereikt haar kookpunt en verdampt.
Vervolgens zal een compressor (elektrisch of op gas aangestuurd) deze damp samenpersen (heel hoge druk). De temperatuur blijft stijgen tot deze hoger is dan het water in de centrale verwarming of boiler.
De verwarmde damp komt hierna in een condensor terecht. Dit is de tweede warmtewisselaar en zorgt ervoor dat de damp terug in vloeistof omgezet wordt. Dit kan door het contact via de wand met het water in de installatie.
De vloeistof zal verder afkoelen dankzij een ontspanningsventiel. Hierna kan hij opnieuw circuleren.